Inleiding"Ga naar dat ene kruispunt drie dorpen
verderop net 100 meter buiten het dorp niet al te ver van de snelweg...." Als je de aanwijzing hierboven zou lezen, zou jij dan weten waar je heen moet? Waarschijnlijk niet. Om elke plaats op de wereld te kunnen aanduiden gebruiken we coördinaten. Geen lange beschrijvingen, maar gewoon een paar cijfers en je weet meteen waar je heen moet. Het werkt heel simpel. Op de kaart staan horizontale en verticale lijnen. Samen vormen ze een vierkantennet. Als we een bepaald vierkant willen aangeven, dan nemen we eerst het nummer van de lijn die de westelijke grens van het vierkant vormt (westlijn), en vervolgens de lijn die de zuidgrens vormt (zuidlijn). In het voorbeeld hier rechts zijn de coördinaten van het zwarte vakje 2 - 2. Het geografische net
Tegen het einde van de 19e eeuw werd de wereld verdeeld in
24 tijdzones van elk 15 graden breed, deze worden meridianen genoemd. Natuurlijk zie je deze lijnen niet echt in het landschap, maar zijn het denkbeeldige indelingen. De meridiaan van Greenwich, UK, is het nulpunt. De zon passeert de meridiaan van Greenwich om 12 uur 's middags. Vanuit Greenwich zijn er 180 meridianen naar het westen (westerlengtes) en 180 naar het oosten (oosterlengtes). Ze staan allemaal loodrecht op de evenaar. Hun onderlinge afstand is op de evenaar 111 kilometer. Uiteindelijk komen de meridianen samen op de Noord- en Zuidpool. Naast deze lengtecirkels zijn er ook breedtecirkels (parallellen). Ze heten parallellen omdat ze parallel lopen aan de evenaar. Er zijn er 90 op het noordelijk halfrond (ten noorden van de evenaar) en 90 op het zuidelijk halfrond (ten zuiden van de evenaar). De 90e breedtegraad valt samen met de polen. De telling begint dus aan de evenaar. De onderlinge afstand is altijd 111 kilometer. De graden worden onderverdeeld in minuten (') en seconden (''). Elke graad is 60 minuten, elke minuut is 60 seconden. Omdat de afstand tussen de breedtecirkels overal gelijk is kunnen we als volgt rekenen: Breedte-minuut = 111km:60 = 1,85km = 1 zeemijl Breedte seconde = 1,85 km:60 = 31 m Elk punt op aarde kan worden vastgelegd met de coördinaten, het snijpunt van een meridiaan en een parallel, een lengte- en een breedtegraad. Halle ligt bijvoorbeeld op 50° 44′ N (noorderbreedte) en 4° 14′ OL (oosterlengte). Als we een bepaalde plaats in Halle hadden willen aanduiden, dan hadden we er ook nog breedte-seconden en lengte-seconden bij gegeven. |
een oefening ...
Klik hier om de oefening te zien.